TCO: definitie van de Total Cost of Ownership

Waar komt de TCO vandaan?

Sommige experts zijn het erover eens: het TCO-concept stamt uit de tijd van Napoleon.  Ingenieurs wilden de efficiëntie van hun kanonnen meten door allerlei zaken te analyseren: hun levensduur, de benodigde herstellingen …

Eén ding is zeker: deze aanpak vond pas écht ingang toen het ministerie van defensie van de Verenigde Staten ermee aan de slag ging. Dat wilde namelijk alle kosten van zijn defensieprogramma in kaart brengen. Dit project leidde er zelfs toe dat eind jaren 90 een militaire standaard werd uitgevaardigd.

Sindsdien houden bedrijven, met name in de industrie, stevig vast aan de TCO, onder andere om hun productiekosten veel nauwkeuriger te berekenen en betere marges en verkoopprijzen te bepalen.

Hoe wordt de TCO gedefinieerd?

Via de TCO (Total Cost of Ownership, totale eigendomskosten) worden de reële kosten van een product of dienst bij een bepaalde leverancier geanalyseerd. Deze reële kosten gaan verder dan enkel de aankoopprijs.

Bill Kirwin, analist bij Gartner (dat aan de basis ligt van dit concept), definieert de TCO als volgt: “de totale kostprijs voor de verwerving, het gebruik, het beheer en het terugtrekken van een goed gedurende de hele levenscyclus ervan”.

De TCO behandelt dus alle kosten die bij een product of dienst komen kijken gedurende de hele levenscyclus ervan, zowel de directe als de indirecte (of ‘verborgen’) kosten.

Hoe wordt de TCO berekend?

De TCO kan op verschillende manieren worden berekend, afhankelijk van het type product of dienst (informaticaoplossingen, wagenparken …).

“Er bestaat niet zoiets als één oplossing die alle aankoopafdelingen kunnen gebruiken om hun Total Cost of Ownership (TCO) te bepalen.  Om echt relevant te zijn, moeten er methodes ontwikkeld worden die rekening houden met de specifieke eigenschappen van elk vakgebied“, stelt Didier Sallé, voorzitter van de Conseil National des Achats Île-de-France tijdens de Jeudis de l’Expertise Achats.

Doorgaans is de TCO het resultaat van de optelsom van deze acht kosten:

  • de aankoopprijs: kostprijs en marge van de leverancier;
  • de bijhorende kosten: transport, verpakking, douane, betalingsvoorwaarden …;
  • de aankoopkosten: werking van de aankoopafdeling …;
  • de bezitskosten: voorraadbeheer, afschrijvingskosten …;
  • de onderhoudskosten: onderdelen, onderhoud …;
  • de gebruikskosten: gebruikswaarde, exploitatie, diensten …;
  • de kwaliteitskosten: deadlines naleven, omgaan met niet-naleving …;
  • de terugtrekkingskosten: recyclage, doorverkoop, vernietiging …

Om nog een stap verder te kunnen gaan, gebruikt Gartner sinds een vijftiental jaar een nieuwe methode: de Total Value of Ownership of totale eigendomswaarde. Dit concept stimuleert bedrijven om niet alleen de kosten te hanteren als doorslaggevende factor, maar ook rekening te houden met wat een aankoop precies oplevert, zoals groei, risicocontrole, duurzaamheid … Deze berekeningswijze is vergelijkbaar met die van de TCO, maar houdt dus ook rekening met de bijkomende voordelen die niet in geld kunnen worden uitgedrukt.

De voordelen van de TCO

Het verlagen van de totale aankoopkosten is een van de populairste strategieën van procurementbeslissers om waarde te creëren [2] (32 % van de beslissers). De TCO biedt dan ook meerdere voordelen:

  • managementtool om de directe of indirecte kosten te optimaliseren (vermijden van verspilling, overkwaliteit …);
  • argument voor onderhandelingen met leveranciers;
  • evaluatie van de ROI (Return on Investment [3]) of ROTI (Return on Time Investment [4]);
  • beslissingshulp voor activiteiten op het vlak van outsourcing, internalisering …;
  • betere financiële prestaties op lange termijn.

Optimaliseer je TCO met Savin’side®, dé oplossing voor het optimaliseren van indirecte aankopen. 

[1] Totale eigendomskosten
[2] Bron: Deloitte
[3] Rendement van investeringen
[4] Rendement van geïnvesteerde tijd

Klantcase The Florian Hotel

Nog vragen of opmerkingen na het lezen van de klantcase, neem vooral contact met ons op:

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Contact

Energie besparen op kantoor? Gebruik deze 7 tips

Tip 1: Energieverspilling aanpakken

Energieverspilling terugdringen, is de goedkoopste manier om op energiekosten te besparen. Veel energie gaat namelijk verloren aan verlichting, verwarming en apparatuur die niet gebruikt worden. Om dat aan te pakken, moet je werken aan bewustwording. Wijs je medewerkers op energieverspilling en let samen op het volgende:

  • Zet computers uit aan het einde van de dag.
  • Zet de thermostaat ongeveer een uur voor vertrek al op de nachtstand.
  • Zet alle randapparatuur, zoals de printer, de lamineermachine en het koffiezetapparaat uit aan het einde van de werkdag.
  • Doe het licht uit wanneer je een ruimte verlaat (en niet alleen je werkruimte, denk hierbij bijvoorbeeld ook aan het toilet)
  • Doe de verwarming uit in ruimtes waar niemand is.
  • Haal de opladers van apparaten die zijn opgeladen uit het stopcontact
  • Zorg dat de computer automatisch op slaapstand gaat als je er geen gebruik van maakt.
  • Kies voor laptops in plaats van desktopcomputers.

Tip 2: Energieverspillers vervangen

Inventariseer het verbruik van de elektrische apparaten binnen de organisatie: welke zijn aan vernieuwing toe? Hoe kun je ze energiezuiniger inzetten? En kun je ze op bepaalde momenten helemaal uitschakelen? Oudere apparaten zijn bijvoorbeeld vaak enorme energieverspillers. Staat er in jouw bedrijfskantine een koelkast van tien jaar oud? Dan kan het enorm lonen om een nieuw model aan te schaffen dat veel energiezuiniger is. Bovendien verbruiken oudere apparaten vaak meer stroom als ze op stand-by staan.

Let bij het aanschaffen van nieuwe apparatuur altijd op het energielabel. Sinds 1 maart 2021 is er een nieuw energielabel voor elektrische apparaten, zoals beeldschermen. Het oude label ging van A+++ tot D, wat niet zo duidelijk was. Het nieuwe label loopt van A tot G. Wat eerst bijvoorbeeld labelklasse A+++ was, komt nu misschien overeen met labelklasse B, C of zelfs D of E. Het meest energiezuinig is nu gewoon energielabel A.

Tip 3: Energie besparen met vaste kantoordagen

Steeds meer ondernemers en organisaties kiezen voor hybride werken, waarbij medewerkers afwisselend thuiswerken en naar kantoor komen. Om energie te besparen op kantoor én hybride werken te faciliteren, kun je vaste kantoordagen afspreken. Op die manier zorg je dat de verwarming, verlichting en apparatuur alleen aangaat op bepaalde dagen. Kies je bijvoorbeeld voor maandagen, dinsdagen en vrijdagen, dan blijft het kantoor de rest van de week dicht. Dat scheelt flink op de energierekening.

Wil je meer flexibiliteit bieden? Dan kun je ook werken met een minimale aanwezigheidslijst. In dat geval gaat het kantoor pas open als voldoende medewerkers hebben aangegeven op een bepaalde dag op kantoor aanwezig te zijn.

Tip 4: Flexibel werken in het energiezuinige FlexOffice

Heel wat werknemers vinden flexibel werken een must. Op die manier kan iedereen werken waar, wanneer en hoe hij of zij dat wilt. Maar dat betekent niet dat je met een gigantische energieverspillende kantoortuin hoeft te werken. Je hoeft ook niet door het hele gebouw flexwerkplekken aan te bieden. Sterker nog, net met een FlexOffice kun je energiezuinige keuzes maken.

Je kunt bijvoorbeeld zorgen dat er alleen op bepaalde plekken in het gebouw flexibele werkplekken zijn ingericht en aangeven dat alleen op die plekken gewerkt kan worden. Door de flexwerkplekken op slechts een aantal plekken samen te brengen, voorkom je dat je elke verdieping en elke afdeling moet verlichten en verwarmen.

Tip 5: Energiezuinige ledverlichting kiezen

Nog altijd maken heel wat kantoorgebouwen gebruik van tl- en halogeenverlichting. Dat is jammer, want bij ledverlichting liggen de energiekosten beduidend lager dan bij de meeste andere lampen. Bovendien worden werkplekken met ledlampen veel beter verlicht. Een ledlamp is enorm zuinig in haar energieverbruik. Het scheelt maar liefst:

  • 90% in vergelijking met een gloeilamp
  • 85% in vergelijking met een tl-buis
  • 80% in vergelijking met een spaarlamp

Bovendien gaat ledverlichting veel langer mee – meestal zo’n 15.000 uur – dus tel uit je winst.

Tip 6: Bewegingssensoren installeren

Energieverspilling tegengaan én nog meer energie besparen doe je in één klap met ledlampen met een bewegingssensor. Die plaats je bij voorkeur in ruimtes die niet continu in gebruik zijn. Denk aan een magazijn, de toiletten of een opslagruimte. Ook in de hal, gang of overloop is een bewegingssensor perfect mogelijk.

Zeker in flexkantoren kan aan- of afwezigheidsdetectie of een bewegingsmelder een uitkomst bieden. Daar weet je immers niet wie als laatste de ruimte verlaat. In dat geval kunnen bewegingssensoren detecteren of er nog iemand aanwezig is. Is dat niet zo? Dan schakelt de verlichting na een bepaalde tijd automatisch uit. Komt er toch iemand binnen? Dan gaat het licht onmiddellijk automatisch terug aan.

Wist je dat er ook een tussenvorm mogelijk is? Je kunt bijvoorbeeld ook bureauverlichting met bewegingssensor overwegen. Of verlichting handmatig in- en uitschakelen, waarbij tijdens de ‘uit’-stand automatisch de bewegingssensor wordt aangeschakeld.

Tip 7: Kantoor isoleren voorkomt warmteverlies

In een gemiddeld kantoor is de temperatuur tussen de 18 en 22 graden. Wanneer het buiten kouder of warmer is, is het belangrijk de binnentemperatuur te reguleren. Isoleren is één van de beste en meest energiezuinige manieren om warmteverlies of toenemende warmte in de kantoorruimte te voorkomen. Met een goede isolatie kun je flink op energiekosten besparen, want je wordt minder afhankelijk van warmtebronnen in de winter en van airconditioning in de zomer. Zo kun je je investering snel terugverdienen. Check zeker ook of je voor de isolatie van jouw kantoorgebouw in aanmerking komt voor subsidies.

Heb je verder vragen of behoefte aan advies, neem contact met ons op.

C-Class aankopen: de definitie

C-Class aankopen

Volgens de wet van Pareto kunnen we aankopen in drie groepen indelen. C-Class aankopen vertegenwoordigen dan 50 % van alle subcategorieën (of segmenten) en 5 % van het totale aankoopbudget van een bedrijf. Voor een vrij klein budget haalt een onderneming dus zeer veel referenties in huis. In het algemeen doen de verschillende afdelingen van een bedrijf slechts sporadisch C-Class aankopen.

A-Class, B-Class en C-Class aankopen: het verschil

  • De wet van Pareto staat ook bekend als de ‘wet van 20-80’. Wanneer je aankopen rangschikt op basis van hoeveel een bedrijf eraan uitgeeft, blijkt een algemene trend zich af te tekenen:
    • A-Class aankopen vertegenwoordigen 20 % van het totale aantal aankoopsegmenten en maken 80 % van de totale uitgaven van een onderneming uit.
    • B-Class aankopen zijn goed voor 30 % van het totale aantal aankoopsegmenten en vertegenwoordigen 15 % van de uitgaven.
    • C-Class aankopen maken 50 % van het totale aantal aankoopsegmenten uit en zijn goed voor 5 % van de uitgaven.

    Zo vormen die C-Class aankopen ondanks hun kleine bedragen een strategische uitdaging voor ondernemingen:

    • Ten eerste kunnen sommige C-Class aankopen riskant zijn, zoals dr. Natacha Tréhan in haar artikel schrijft: What strategy should you adopt for tail spend ? (Welke strategie voor C-Class aankopen?). Het gaat hier om ‘kritische aankopen’. Sommige van die kleine aankopen moeten namelijk aan Europese normen of bepaalde veiligheidscriteria voldoen (bv. elektrisch gereedschap). Ook de leveringstermijn tijdens de winterperiode kan een risico vormen (als je strooizout niet op tijd wordt geleverd, is je magazijn onbereikbaar).

    Ten tweede vertegenwoordigen C-Class aankopen, ook al gaat het om kleine bedragen, aanzienlijke verborgen en indirecte beheerkosten (aantal referenties, aantal bestellingen, aantal leveranciers, aantal facturen …). Dat zie je ook in het onderstaande diagram.

Een echte bron van besparingen op de C-Class aankopen

C-Class aankopen vertegenwoordigen 85 % van het aantal referenties in een onderneming, 60 % van het aantal bestellingen en 75 % van het aantal leveranciers (bron: Manutan). Het voorraadbeheer, de boekhoudkundige kosten en de aankoopprocessen (leveranciers kiezen, onderhandelen, alles opvolgen …) doen de totale eigendomskosten (TCO*) van zulke aankopen onvermijdelijk stijgen. Soms zijn die zelfs hoger dan de aankoopprijs!

Het begrip ’totale eigendomskosten’ (TCO) moet systematisch worden toegepast op C-Class aankopen om een beter beeld te krijgen van hun relatieve gewicht in het hele aankoopproces. Zodra een onderneming beseft hoe belangrijk C-Class aankopen zijn, hoeft ze die alleen nog maar te optimaliseren!

* Total Cost of Ownership

Ledverlichting; een duurzame investering voor bedrijven

Van fietsenwinkel tot compleet ontzorgen

TL Besparen als naam voor een bedrijf wat gespecialiseerd is in ledverlichting, dat klinkt bijzonder. Daniël Kauwen oprichter en eigenaar van TL Besparen: “We begonnen in 2011 met TL Besparen, de focus lag op energiebesparing door middel van verlichting en nog helemaal niet de ledverlichting. We waren meer bezig met het leveren van verlichting voor fietsenwinkels en garages, we monteerde zelf weinig. Maar door de transitie naar ledverlichting werd het technischer en toen ging het snel. Van alleen leveren, naar leveren en monteren en later ook nog het onderhoud erbij. Inmiddels zijn we op het niveau beland waarbij we onze klanten compleet ontzorgen op het gebied van verlichting.

Geruisloos monteren

Maar hoe ontzorg je een organisatie op het gebied van verlichting. Je zou denken; lampen leveren, monteren en klaar. Wat houdt die ontzorging dan precies in. Daniël vertelt: “Het begint eigenlijk al bij het eerste contact. We zorgen voor een volledig transparante en kosteloze offerte als basis voor een verdere samenwerking. Dan gaan we over op een zorgvuldige voorbereiding, waarbij alles in kaart wordt gebracht. Niet alleen het type verlichting ook de manier waarop we het leveren en monteren, zodat we zonder overlast voor een organisatie aan de slag kunnen gaan. Dat wil zeggen dat de dagelijkse processen van een organisatie min mogelijk hinder ondervinden van onze werkzaamheden. Dit doen we ook altijd in overleg met de klant zodat we kunnen kijken naar de belangrijkste werkzaamheden en mogelijke knelpunten vooraf kunnen worden voorkomen. Daarna gaan we, indien gewenst nog verder, door jaarlijkse controles en schoonmaakbeurten kunnen we meer garantie geven dan men gewend is en vaak zelfs meer dan de fabrikanten zelf.”

Verlichting leasen

Bij Manutan lanceerden we onlangs Manutan Vendor Leasing, een service waarmee organisaties de financiering voor investeringsgoederen bij ons kunnen regelen zonder dat dit van invloed is op de liquide middelen. Is leasing ook een trend die je terugziet in de wereld van verlichting? “Ja, absoluut. Het leasen van verlichting wordt steeds gebruikelijker.” vertelt Roeland Kleist, commercieel directeur. “Daarnaast zien we ook een verandering sinds de coronapandemie haar intrede deed. Organisaties zijn noodgedwongen kritisch gaan kijken naar de investeringen. Wat is er noodzakelijk om gezond door deze periode te komen? Daarbij wordt niet direct aan verlichting gedacht. Maar door de aankomende verandering in de regelgeving, die per 1 januari 2023 vereist dat organisaties minimaal energielabel c hebben, is er nog meer druk komen te liggen bij organisaties. Leasen kan voor veel bedrijven een interessante optie zijn en een deel van die druk wegnemen.”.  Het is goed om bewust te zijn van de kostenpost die verlichting is, door te kiezen voor ledverlichting kunnen veel organisaties al voldoen aan de nieuwe eisen. TL Besparen is partner van Manutan en adviseert in die hoedanigheid alle verlichtingsvraagstukken voor klanten van Manutan.

Manutan Frankrijk

Ledverlichting is niet alleen een kostenbesparing het is een duurzame verbetering van de productiviteit die volledig past bij wat Manutan ambieert; Well-Working. Uit eigen ervaring weten we wat goed licht doet voor de werkomstandigheden we de verlichting in de panden en op het terrein van Manutan in Den Dolder hebben laten aanpassen naar ledverlichting. We hebben er dagelijks profijt van.

Jullie zijn ook naar onze collega’s op het Franse hoofdkantoor geweest om verlichting aan te passen, hoe was dat? “Het is natuurlijk mooi als het op deze manier gaat, dus we waren er best trots op dat we ook de verlichting in twee speciale ruimtes bij Manutan Frankrijk mochten verzorgen. We hadden een Franssprekende collega bij ons om de communicatie vlot te laten verlopen en in 3 dagen hadden we de ruimtes voor explosieve en brandbare stoffen volgens de veiligheidseisen voorzien van speciale veiligheidsarmaturen met ledverlichting. Een mooi project waar we erg trots op zijn!”.

Grote besparing

Dat jullie enthousiast, of eigenlijk gepassioneerd zijn over verlichting dat is wel duidelijk. Wat is nog echt iets wat belangrijk is voor organisaties om mee te nemen wanneer zij naar de verlichting kijken? Roeland: “Dat wordt dan toch weer energielabel c. Het is echt belangrijk om daar actie op te gaan ondernemen. De terugverdientijd (tussen de 0 en 3 jaar) op verlichting is ook nog eens erg gunstig op dit moment, gunstiger dan zonnepanelen (zo’n 7 jaar). Licht is écht de grootste besparing en van belang voor iedere werkplek; van kantoor tot magazijn.”. En wij van Manutan voegen daar graag nog aan toe dat TL Besparen je ontzorgt van A tot Led (we kunnen natuurlijk geen artikel schrijven over ledverlichting en ontzorgen zonder deze woordspeling 😉 ).

Manutan helpt je graag

Heb je nog vragen, behoefte aan extra informatie of hulp nodig bij jouw verlichting of project? Neem direct contact met ons op!

Welke brandblusser heb ik nodig?

De brandklassen even voorstellen

Ieder type brandblusser – maar ook andere producten om een brand mee te bestrijden, zoals een branddeken – dient om bepaalde brandbare materialen te blussen. Hiervoor zijn vijf brandklassen in het leven geroepen. Lees hun omschrijving aandachtig door en bepaal welke brandbare materialen aanwezig zijn in jouw werkomgeving:

  • Brandklasse A: vaste, niet smeltende stoffen. Voorbeelden hiervan zijn verpakkingsmateriaal, papier, hout en textiel.
  • Brandklasse B: vloeistoffen en smeltende vaste stoffen. Denk hierbij aan verschillende soorten kunststoffen, oplosmiddelen, olie, benzine, was en vet.
  • Brandklasse C: gassen. Bijvoorbeeld lpg, butaan, propaan of aardgas.
  • Brandklasse D: metalen. Voorbeelden hiervan zijn aluminium, natrium en magnesium.
  • Brandklasse F: vetten. Alle soorten plantaardige en dierlijke vetten, bijvoorbeeld frituurvet.

Je merkt dat de classificatie van D naar F springt. Vroeger hoorde daar de brandklasse E tussen, voor branden die ontstaan door elektrische spanning. Maar aangezien elektriciteit op zich niet brandt (maar alleen brand kan veroorzaken), heeft men de klasse in kwestie geschrapt.

Een laptop die vuur vat, is een aparte situatie. Aangezien in veel laptops een lithium(ion en/of polymeer) accu zit, is een standaard A-blusser niet geschikt. Een speciale F500-blusser werkt wel. Wil je hier meer over weten? Contacteer ons dan.

Brandblusser kopen volgens brandklasse

1.     Brandklasse A en B: schuimblusser, poederblusser of CO²-blusser

Om branden van klasse A of B te bestrijden, kun je je toevlucht nemen tot een schuimblusser, een poederblusser of een CO2-blusser.

Een schuimblusser

Een schuimblusser werkt met een mengsel van water en schuim. Het schuim zorgt ervoor dat er geen zuurstof meer bij de brand kan komen, waardoor het vuur dooft. Een schuimblusser heeft tal van voordelen, zoals:

  • een eenvoudige bediening: je hoeft alleen de pen eruit te trekken, het mondstuk naar de vuurbasis te richten, in het handvat te knijpen en de slang van links naar rechts te bewegen. Lees op voorhand zeker de gebruiksaanwijzing op de brandblusser.
  • beperkte nevenschade bij het blussen
  • lange spuitduur
  • heeft een koelend effect, waardoor de kans op herontsteking daalt

Er bestaan twee soorten schuimblussers: een gewone schuimblusser en een sproeischuimblusser. Een sproeischuimblusser heeft een speciale spuitmond waardoor zijn vernevelde blusstraal niet elektrisch geleidend is. Hierdoor is de sproeischuimblusser ook geschikt om apparatuur onder spanning van maximaal 1.000 volt te blussen. Gebruik dus geen gewone schuimblusser wanneer je apparatuur onder spanning wil blussen, want de gebonden straal kan een terugslag veroorzaken. Let er ook op dat je na het blussen met sproeischuim en voor je begint op te kuisen de spanning van de apparatuur haalt.

Daartegenover staan ook enkele nadelen, zoals het feit dat een schuimblusser duurder is dan bijvoorbeeld een poederblusser en niet standaard vriesbestendig is.

Een poederblusser

Een poederblusser kan veel verschillende soorten branden blussen, waaronder die in brandklasse A en B. De voordelen van een poederblusapparaat?

  • Het is relatief goedkoop.
  • Het is vorstbestendig.
  • Het apparaat kan onder spanning blussen.

Het eerste nadeel is dat een poederblusser schade achterlaat. Het poeder bevat namelijk chemicaliën en zout en is moeilijk op te ruimen. Ten tweede trekt het vocht aan, wat de kans op kortsluiting en blijvende schade aan elektrische apparatuur verhoogt. Tot slot loop je met een poederblusser meer risico op een herontsteking, omdat het toestel amper een koelend effect heeft.

Een CO2-blusser

Een CO2-blusser of koolzuurblusser gebruik je bij beginnende branden in klasse B wanneer nevenschade absoluut voorkomen moet worden. Dit type is met andere woorden geschikt voor kostbare apparatuur, schakelkasten, telefooninstallaties en voor gebruik in keukens. Maar ook bij kleine vloeistofbranden (klasse B) werkt een CO2-blusser doeltreffend. Deze brandblusser bevat vloeibaar COdat onder druk verandert in gas. Het gas wordt door dit proces gekoeld tot -80 graden Celsius.

Een CO2-blusser is echter geen ‘basis’ blusser. Zorg er dus altijd voor dat in elke ruimte – behalve een serverruimte – ook een schuim– of poederblusser hangt. Zo ben je zeker dat je elk type brand kan bestrijden.

De grote voordelen van een koolzuurblusser zijn dat het toestel:

  • een apparaat onder spanning snel en effectief blust
  • helemaal geen nevenschade veroorzaakt
  • vorstbestendig is

Maar de CO2-blusser heeft ook enkele nadelen. Hij kan vrieswonden veroorzaken en is verstikkend voor mens en dier. Een koolzuurblusser is bovendien zwaarder en dus lastiger te bedienen dan andere types brandblussers. Bovendien verwaait het product snel en is het relatief duur. Ten slotte bestaat er een kans op herontsteking wanneer je een CO2-blusser gebruikt, en bij vrieskou kan het apparaat je zelfs een elektrostatische schok geven.

2.     Brandklasse C en D: poederblusser

Ook voor branden van klasse C en D kun je je toevlucht nemen tot een poederblusser, van respectievelijk klasse C of D. Een poederblusser van klasse D wordt ook weleens een metaalbrandblusser genoemd.

3.     Brandklasse F: schuimblusser of vetbrandblusser

Tot slot moet je oliën en vetten blussen met speciaal type schuimblusser of een vetbrandblusser. Dit blusmiddel werkt op basis van blusschuim dat een laag legt over de brandende vloeistof om ze af te sluiten, en zorgt voor verkoeling. Kijk wel na of het voorwerp waarin de oliën of vetten zich bevinden voldoende afgekoeld is voordat je het verplaatst. Een vetblusser is ook geschikt om andere vloeistoffen mee te blussen (klasse A).

4.     Samengevat

Dit schema helpt je wellicht om het overzicht te bewaren.

Brandklasse Poeder ABC Poeder D Schuim CO2 Vetblusser Water
A X X X
B X X X
C X
D X X
F X X

Welk type brandblusser voor welke werkplek?

Nu je de verschillende types brandblussers kent, kun je wellicht al raden dat voor thuisgebruik, maar ook voor kantoren en magazijnen waar geen bijzonder brandbare materialen aanwezig zijn, schuimbrandblussers of poederbrandblussers oké zijn. Zowel in industriële bedrijven als op kantoren winnen de sproeischuimblussers wel aan populariteit.

Voor ruimtes waar kostbare (elektrische) apparaten staan, zoals technische ruimtes en professionele keukens, zijn CO2-brandblussers dan weer de meest logische optie, terwijl vetblussers uiteraard aangewezen zijn in bijvoorbeeld frietkramen. Voor voertuigen ten slotte is een poederblusser zeer doeltreffend.

Andere aandachtspunten

Tot slot moet je bij de keuze van je brandblusser natuurlijk ook aandacht besteden aan andere omgevingsfactoren dan de (brandbaarheid van) de materialen in de buurt. Denk bijvoorbeeld na of je je brandblusapparaat buiten wil hangen, want niet elk toestel is daarvoor geschikt. Let in dat geval op de vorstbestendigheid van de inhoud, maar ook op de aanwezigheid van een weerbestendige buitencoating. Tot slot heb je misschien nood aan bepaalde accessoires, zoals een hoes voor je brandblusser of een magneetsteun om je toestel aan een metalen wand op te hangen.

Wij helpen je graag

Neem gerust een kijkje op onze webshop om al ons brandpreventie- en bestrijdingsmateriaal te ontdekken, of laat je inspireren door onze blogs over brandveiligheid en veilig werken in het algemeen. Wil je meer weten over brandblussers of twijfel je nog welk apparaat het beste past in jouw werkomgeving? Neem dan vrijblijvend contact met ons op.

We komen ook graag bij je langs om een goed beeld te krijgen van het gebouw en de werkzaamheden die er uitgevoerd worden. Zo kunnen we je nog beter adviseren over brandveiligheid.

Waarom goede ventilatie zo belangrijk is op de werkvloer 

Gezonde lucht, gezonde werknemers

Volgens het Agentschap Zorg en Gezondheid spenderen we 85% van onze tijd binnenshuis[1]. Je verwacht misschien dat je binnen minder in aanraking komt met schadelijke lucht, maar dat is niet zo. Volgens het agentschap is het binnenmilieu (de lucht en de omgeving binnenskamers) twee tot tien keer ongezonder dan het buitenmilieu, en kan het tal van gezondheidsklachten veroorzaken.

In de jaren tachtig introduceerde de wereldgezondheidsorganisatie WHO de term Sick building syndrome: een reeks gezondheidsklachten zoals droge huid, droge ogen en keelpijn die het welzijn van werknemers in gevaar brengen. Toen al schatte de WHO dat tien tot twintig procent van de nieuwe kantoren in het Westen met problemen met de binnenlucht kampte.

Maar niet alleen de gezondheid, ook de productiviteit lijdt onder een slecht binnenklimaat. Een hoge CO2-concentratie kan vermoeidheid en hoofdpijn veroorzaken, waardoor werknemers minder efficiënt werken. Uit meerdere onderzoeken blijkt dat medewerkers die een hogere werkdruk ervaren meer last hebben van een ongezond binnenklimaat dan collega’s die minder onder stress staan. Veel Belgen beseffen alleszins goed genoeg dat de problematiek nog altijd niet opgelost is. Meer dan de helft van hen geeft zelfs aan dat ze ontevreden zijn over de luchtkwaliteit op het werk[2].

Tijd dus om het binnenklimaat onder handen te nemen, ook in jouw bedrijf.

De oorzaken van een ondermaats binnenklimaat

De binnenlucht wordt vervuild door alles wat we dagelijks doen en waarmee we in contact komen. Eén oorzaak kunnen we helaas niet vermijden, en dat is CO2. Dat ademen we nu eenmaal allemaal uit. Maar er zijn ook andere oorzaken voor een ongezond binnenklimaat. Denk bijvoorbeeld aan de materialen waarvan een gebouw is gemaakt. Of het gebruik van schadelijke stoffen zoals schoonmaak- en bestrijdingsmiddelen. Ook binnen roken, koken en douchen hebben een slechte invloed op het binnenklimaat.

Maar je hoeft de oorzaak niet altijd binnenshuis te zoeken. Zo kunnen schadelijke stoffen van buiten hun weg naar binnen vinden, zoals fijnstof dat uit wagens ontsnapt. Ook virussen en bacteriën komen graag bij je over de vloer.

Binnenklimaat: buitengewoon belangrijk

Onder binnenklimaat valt niet alleen schone lucht, maar ook de vochtigheidsgraad en de binnentemperatuur in een ruimte. Sommigen durven zelfs geluid als vierde factor aan het rijtje toe te voegen.

1. Schone lucht

Een optimale luchtkwaliteit is misschien wel de belangrijkste factor voor een goed binnenklimaat. Ventileren is dus de boodschap. Er bestaan zowel natuurlijke als mechanische ventilatiesystemen.

Natuurlijke ventilatie gebeurt door je ramen en deuren open te zetten of door bijvoorbeeld roosters in ramen en gevels te plaatsen. De nadelen hiervan zijn dat een ruimte energie en warmte verliest, en ook dat de verse lucht niet gelijkmatig verdeeld wordt.

Mechanische ventilatie gebeurt door een ventilatiemotor die de afvoer van vervuilde lucht regelt via ventilatiekanalen. Je kunt zowel de snelheid waarmee als de frequentie waarop de lucht ververst moet worden instellen. Wil je dus niet elke dag een reminder zetten om je ramen en deuren te openen? Investeer dan in een mechanisch ventilatiesysteem. Let er wel op de je om de zes maanden een onderhoud van de ventilatie plant om een optimale werking te garanderen.

Houd je het liever wat budgetvriendelijker? Dan kan een luchtreiniger al uitkomst bieden. In ons aanbod vind je er die geschikt zijn voor je (thuis)kantoor — in alle prijscategorieën. Daarnaast hebben we ook draagbare afzuigapparaten, afzuigkappen, afzuigers en ventilators die werkplaatsen en magazijnen ontdoen van onder andere schadelijke dampen, geuren en stoffen.

Wist je trouwens dat er ook ventilatiesystemen bestaan met warmteterugwinning? Deze hebben twee ventilatoren. De ene zuigt zuivere lucht naar binnen, de andere blaast de gebruikte lucht naar buiten. Een warmtewisselaar circuleert de warmte van die gebruikte lucht en geeft die op zijn beurt weer af aan de verse lucht die naar binnen komt. Zo bespaar je op energie.

2. Vochtigheidsgraad

De lucht op kantoor, in een magazijn of een werkplaats mag niet te droog en niet te vochtig zijn. Zeker in een magazijn waar er bijvoorbeeld bederfbare goederen opgeslagen liggen, is het ontzettend belangrijk om vocht correct in bedwang te houden. Enkel zo garandeer je optimale opslagcondities en vermijd je schimmels en zelfs problemen aan de luchtwegen bij medewerkers.

Om de juiste vochtigheidsgraad te creëren, kun je een beroep doen op luchtontvochtigers en –bevochtigers.

3. Binnentemperatuur

Naast ventilatie en de vochtigheidsgraad, draagt ook de binnentemperatuur bij tot een gezonde werkomgeving. De ideale temperatuur voor elke werknemer verschilt van persoon tot persoon. Maar algemeen genomen, kunnen we stellen dat de meest aangename binnentemperatuur tussen 19 °C en 21 °C ligt.

De wettelijke minimumtemperatuur verschilt van 18 °C voor licht werk tot 10 °C voor zeer zwaar werk. De temperatuur in een magazijn moet afgestemd zijn op de aard van het werk en de mate waarin de voorgeschreven kleding bescherming biedt.

Worden werknemers tijdelijk blootgesteld aan een temperatuurverschil, zoals een koude werkplaats in de winter, of een koud magazijn? Dan is een draagbare radiator de oplossing voor kleine ruimtes tot middelgrote werkplaatsen. Een oliekachel is geschikt voor een grote ruimte. Om tocht te vermijden in een magazijn, kun je met strippendeuren werken.

Op kantoor zet je in de winter naar alle waarschijnlijkheid de centrale verwarming aan, of gebruik je een (extra) kachel. In de zomer kun je dan weer perfect gebruikmaken van een (mobiele) airco of ventilator. Deze luchtkoeler werkt zelfs als ventilator, luchtbevochtiger én ionisator.

4. Geluid

Ook lawaai en een slechte akoestiek zijn onderschatte stoorzenders voor veel werknemers. Ze leiden niet alleen tot productiviteitsverlies omdat medewerkers vaker afgeleid zijn. Ze verhogen ook de aanmaak van stresshormonen, waardoor er verschillende gezondheidsklachten kunnen optreden. Het gevolg? Meer ziekteverzuim.

Vermijd dus dat je werknemers gek worden van storende kantoorgeluiden. Investeer in akoestische scheidingswanden en akoestisch meubilair. Ook headsets bewijzen op een drukke werkvloer hun nut. Voor medewerkers in magazijnen en werkruimtes is goede gehoorbescherming onontbeerlijk.

Meten is weten

Om de luchtkwaliteit op de werkplaats te monitoren, kun je CO2-metingen uitvoeren. Volgens een koninklijk besluit mag de CO2-concentratie op werkplekken maximaal 900 ppm (parts per million) bedragen tijdens minimum 95 procent van de werktijd. Bij voorkeur ligt dat cijfers zelfs een stuk lager, onder 800 ppm.

Te veel CO2 – dat zich vooral bevindt in uitgeademde lucht – leidt tot kwaaltjes zoals hoofd- en keelpijn, en een verslapte aandacht. Merk je dat je medewerkers last hebben van het binnenklimaat? Schaf dan een CO2-meter aan en verzeker hen van een gezonde werkomgeving.

Manutan helpt je graag

Ontdek al onze producten voor een gezond binnenklimaat zodat je medewerkers prettig en productief kunnen werken. Vind je niet wat je zoekt of heb je extra informatie nodig? De helpdesk van Manutan staat voor je klaar. Krijg je graag specifiek advies op locatie? Ons projectteam helpt je graag verder.

[1] https://www.zorg-en-gezondheid.be/binnenmilieu

[2] https://www.mensura.be/nl/blog/slechte-luchtkwaliteit-verzuim-minder-productiviteit

Bevorderen glijdende uren de gezondheid op de werkvloer?

Europese werknemers en flexibiliteit

Volgens een studie van Dares uit 20181 voert 33% van de Europese werknemers avondwerk uit, en werkt 14% van hen ’s nachts. Daarnaast werkt 39% op zaterdag en 23% op zondag. En dan zijn er nog enkele opvallende verschillen tussen bepaalde regio’s. Zo komen flexibele werkuren vaker voor in Noord-Europa dan in het zuiden. Die cijfers liggen in lijn met de wensen en verwachtingen van Europese werknemers. Zij zijn vragende partij voor die flexibiliteit, omdat hun job dan beter te combineren valt met de zorg voor hun kinderen, of bijvoorbeeld om de spitsuren te vermijden. Als je die flexibiliteit op een goede manier implementeert, kunnen glijdende uren inderdaad bijdragen aan een betere work-lifebalans, aan het welzijn op het werk en daardoor ook aan de productiviteit.

De voordelen van glijdende uren: gezondheid op het werk

In het algemeen zijn tevreden medewerkers die zich goed voelen op hun werk gezonder. In de huidige context – en die zal waarschijnlijk nog enkele maanden duren – is een van de andere, essentiële voordelen van glijdende uren uiteraard dat ze het coronavirus helpen indijken. Dankzij flexibele werktijden vermijd je dat er te veel werknemers op hetzelfde moment op de werkplek zijn. Glijdende uren zijn daardoor een eenvoudig en effectief middel om te waken over de gezondheid en de veiligheid van je medewerkers.

Glijdende uren bevorderen de productiviteit

Dankzij glijdende uren en ploegenwerk kunnen werknemers hun werktijden aanpassen aan hun circadiaan ritme, beter bekend als de biologische klok. Sommige medewerkers zijn immers productiever in de ochtend, anderen werken dan weer veel beter ’s nachts. Zo’n 25% van de algemene bevolking is een vroege vogel, nog eens 1 op de 4 mensen is een nachtuil en de overige 50% heeft geen specifieke voorkeur. Als je je biologische klok niet respecteert, kan dat schadelijke gevolgen hebben voor je gezondheid. Je kunt onder andere stress ondervinden en/of last krijgen van angstaanvallen en vermoeidheid.

Omgekeerd geldt dat wanneer je je beroepsleven afstemt op je bioritme en dus werkt op de momenten dat je het best presteert, dit je zelfvertrouwen een boost geeft. Je haalt ook meer voldoening uit je job. Omdat je productiever bent, ben je bovendien eerder geneigd om tijd vrij te maken voor wat sport, of om deel te nemen aan familiale of andere activiteiten na de werkuren. Glijdende uren dragen dus absoluut bij aan het welzijn van je medewerkers.

Stel werkroosters zorgvuldig op

Ondanks de voordelen van glijdende uren tref je toch maar beter enkele voorzorgsmaatregelen om de gezondheid en de productiviteit van je mensen niet in gevaar te brengen, zodat ze voldoende kunnen slapen en gezond kunnen eten.

Zo pas je de glijdende uren het best aan het bioritme van je werknemers aan, omdat dat anders verstoord kan raken. Zo’n verstoord bioritme kan veranderingen met zich meebrengen in het metabolisme of het hormonaal systeem, die dan weer mogelijk een schadelijk effect hebben op de slaap/waak-cyclus, het voedingspatroon en de algemene fitheid. Als je de flexibele uren niet afstemt op de behoefte per individuele werknemer, kan het chronische vermoeidheid veroorzaken wat weer kan leiden tot gewichtstoename (door een vertraagd metabolisme, een verhoogde inname van vetten en suiker, en minder lichaamsbeweging). Bovendien loopt de medewerker dan het risico om de band te verliezen met familie, vrienden en zijn collega’s, en raakt de work-lifebalans volledig zoek.

Maatregelen bij glijdende uren

Om over de gezondheid en de veiligheid van je medewerkers te waken, betrek je het best de hr-afdeling, de bedrijfsarts, het lokale management, de preventieadviseur en alle werknemers bij het opstellen van nieuwe werkroosters. Een eerste stap in de succesvolle implementatie van nieuwe werkroosters is namelijk je werknemers motiveren om zich te engageren voor het nieuwe systeem. Werken volgens glijdende uren moet immers een vrijwillige keuze zijn. De medewerkers zelf kennen hun bioritme en kunnen het best inschatten welke werktijden bij hun persoonlijke situatie passen. Daarnaast is het belangrijk dat de glijdende uren geen nadelig effect hebben op de workload van (een van) de teamleden of op het behalen van deadlines.

Regels rond flexibele werktijden

Natuurlijk mogen de glijdende uren niet afwijken van de wettelijke verplichtingen voor werkgevers. In de Europese wetgeving bepaalt de Richtlijn 2003/88/EC de werktijden voor Europese werknemers. Zo moet er minstens 11 uur rust zijn tussen twee shifts, mag nachtwerk niet langer dan 8 uur duren en ligt de maximale arbeidstijd per week op 48 uur (op 4 maanden).

Ondanks deze regelgeving en zelfs wanneer de werkgever de nodige voorzorgsmaatregelen treft, kunnen werknemers toch nog het risico lopen op een slaaptekort oplopen. Of je nu een vroege vogel bent of een nachtbraker: vroege of late shifts zorgen voor een kortere en minder kwaliteitsvolle slaap. Een volwassene slaapt het best elke dag minstens 7 uur. Let er ten slotte op dat je medewerkers op vaste momenten kunnen eten. Glijdende werktijden hoeven geen ‘glijdende maaltijden’ te betekenen.

Manutan helpt je graag

Ontdek al onze producten voor een flexible werkomgeving op onze webshop, en doe inspiratie op dankzij de andere blogartikels over slim en efficiënt werken. Vind je niet wat je zoekt of heb je extra informatie nodig? Dan staat de helpdesk van Manutan voor je klaar.

 

1 Bron: dares.travail-emploi.gouv.fr/sites/default/files/pdf/de_220_comparaisons_europeennes_des_durees_du_travail.pdf

Thuiswerken: hoe de risico’s van zittend werk vermijden

Een belangrijk voordeel van thuiswerken is dat de reistijd vermindert of zelfs volledig wegvalt. Een van de grootste nadelen is dat bij het thuiswerken, werknemers langer op hun bureaustoel zitten..

De gevaren van zittend werk

Langdurig zittend werken kan op verschillende manieren slecht zijn voor de gezondheid..

De fysieke risico’s van zittend werk

Zittend werk verhoogt hart- en vaatrisico (hoge bloeddruk, hartfalen), stofwisselingsstoornissen zoals diabetes type 2, risico op obesitas, enzovoort. Ook spier- en skeletaandoeningen (MSA’s) zijn sinds het begin van de gezondheidscrisis zeer sterk toegenomen. Door de plotse invoering van telewerken moesten veel werknemers een geïmproviseerd kantoor inrichten, dat niet op hun lichaam was afgestemd. Zelfs bij vrij jonge mensen worden er sinds de eerste lockdown in de meeste Europese landen meer spier- en gewrichtspijnen vastgesteld.

Wanneer thuiswerken een langetermijnoplossing wordt

Een paar dagen thuiswerken zal je gezondheid niet schaden. Maar de risico’s worden na verloop van tijd wel zichtbaarder. Als je niet oplet, dan kunnen de negatieve effecten van te lang stilzitten ernstige gevolgen hebben. Vandaag spenderen we maar liefst 15% meer tijd door in een zittende houding. Alleen dat al is voldoende om verstoringen in de stofwisseling te veroorzaken. De WHO waarschuwt dat lichamelijke inactiviteit verantwoordelijk is voor 10% van de sterfgevallen in Europa. Het is zelfs de vierde sterftefactor in de wereld en de belangrijkste oorzaak van vermijdbare sterfte in de wereld, vóór roken.de belangrijkste oorzaak van vermijdbare sterfte in de wereld, vóór roken.

Om persoonlijke en professionele voldoening uit thuiswerken te blijven halen, en om gezond te blijven, zit je – zelfs in een correcte houding – het best niet langer dan zeven uur per dag. Ga ook nooit langer dan een halfuur zitten. Stel regels voorop en dwing jezelf om een evenwicht te bewaren tussen je werk en privéleven, en je lichamelijke en geestelijke gezondheid.

Zittend werken: vervang vrije momenten door beweegsessies

Op kantoor zijn vergaderingen, gesprekjes met collega’s en lunchpauzes gelegenheden om jezelf te verplaatsen. Bij thuiswerken vallen deze momenten weg, zeker als je veel digitale vergaderingen bijwoont. Het is daarom een goed idee om de vrije momenten tussen verschillende taken door te gebruiken om te bewegen.

Elke dag dertig minuten bewegen volstaat om je bloeddruk, cholesterolgehalte en lichaamsvetpercentage te verlagen en je immuunsysteem te stimuleren. Daarnaast is het goed voor je gemoedstoestand. Regelmatig bewegen maakt thuiswerken een stuk aangenamer en zorgt ervoor dat je je autonomie ten volle benut..

Thuiswerken: houd je aan vaste werkuren

Thuiswerken kan je het gevoel geven dat je constant bereikbaar moet zijn. Wees je daarvan bewust als je niet langer dan nodig achter je computer wil zitten. Houd je aan de normale werkuren en moedig je collega’s aan om hetzelfde te doen.

Vermijd snacken tijdens het thuiswerken

Een bijkomend gevaar voor telewerkers is snacken. Het is heel makkelijk om op elk moment van de dag naar de keuken te wandelen en daar een tussendoortje uit de kast te halen. Als je je sociaal geïsoleerd voelt, dan neemt die neiging bovendien toe. Het risico bestaat dat je dan niet alleen minder beweegt en minder energie verbruikt, maar ook dat je een onregelmatig voedingspatroon ontwikkelt met ongezonde voedingsmiddelen die veel calorieën bevatten. Let er dus op dat je op regelmatige tijdstippen gezonde en evenwichtige voeding eet.

Beperk schermtijd na thuiswerk

Omdat je bijna de hele dag achter een beeldscherm doorbrengt, is het belangrijk om jezelf op het einde van je werkdag niet aan je smartphone, tablet of televisie te kluisteren. Ze moedigen je alleen maar aan om te blijven zitten, of te gaan liggen. Wil je ontspannen? Daag jezelf uit tot een work-out, speel met je kinderen, of begin te koken. Er zijn heel wat gezonde manieren om een productieve werkdag goed te eindigen.

Wettelijke verplichtingen voor bedrijven ter preventie van de risico’s van zittend werk

Organisaties hebben een resultaatverplichting wat betreft de mentale en fysieke gezondheid van hun werknemers, ongeacht de situatie. Zij moeten daarom hun maatregelen aanpassen aan elke verandering in de arbeidsomstandigheden, zoals de recente coronacrisis. De werkgever moet dus voldoen aan zijn informatieplicht en medewerkers ertoe aanzetten om tijdens telewerk zo weinig mogelijk stil te zitten. Ook jij kunt je werknemers aanmoedigen om: om:

  • telefoongesprekken staand te voeren.
  • elke dag minstens een halfuur rechtop te staan.
  • een wandeling te maken tijdens de lunchpauze, de trap te nemen in plaats van de lift en gebruik te maken van een sta-bureau (al moet dit uiteraard door de werkgever voorzien worden). (al moet dit uiteraard door de werkgever voorzien worden).
  • fysieke inspanningen te doen. Dit kan bijvoorbeeld door douches en kleedkamers te voorzien op kantoor, een sportabonnement of inschrijvingsgeld voor een sportclub terug te betalen, of door een programma uit te werken dat online sportlessen of een coach voorziet.

Ontdek al onze producten voor het kantoor in onze webshop of doe nog meer inspiratie op door onze andere blogartikels over ergonomie te lezen. Vind je niet wat je zoekt of heb je extra informatie nodig? De helpdesk van Manutan staat voor je klaar.

Flexwerk en thuiswerk: naar een nieuwe invulling van de kantoorruimte

Flexwerk en thuiswerk zitten al lang in de lift

In 2018, nog voor het coronavirus een gezondheidscrisis ontketende, was er al een sterke toename van flexibele kantoorruimtes merkbaar in het Europese tertiaire vastgoed. Dat bleek uit een studie van vastgoedconsultant JLL.1 In de vijf jaren voordien was het aandeel van flexibele kantoorgebouwen jaarlijks gestegen van 25 naar 30%, waardoor ze 5% van het totale Europese tertiaire vastgoed gingen uitmaken.

Flex offices als oplossing voor de toekomst

Dat de coronacrisis deze trend versneld heeft, behoeft geen verdere uitleg. Hoewel de meeste werknemers een voorkeur hebben voor telewerk en het thuiskantoor, overwegen bedrijven toch eerder flexwerk als de toekomstige werkvorm. Al in 2016 toonde een studie van internationaal vastgoedadviseur Cushman & Wakefield aan dat 89% van de grote Europese bedrijven verschillende flexibele werkomgevingen aan het uittesten waren, of plannen hadden om hun kantoorruimtes ervoor in te richten.

In 2018 bevestigde een studie van vastgoedadviseurs Savills en Workthere2 die trend, door te voorspellen dat in de twintig grootste Europese steden het aandeel in flex offices op de middellange termijn zou stijgen met vijftien procent, en zelfs met twintig procent op de lange termijn. Hoewel er op dit moment, nu de ergste piek van de coronacrisis achter de rug lijkt, nog geen onderzoeksgegevens beschikbaar zijn, ziet het ernaar uit dat het aantal flex offices nog sterker zal groeien.

Inspelen op de vraag naar flexibiliteit

Financiële besparingen zijn niet de enige reden waarom bedrijven hun kantoorruimtes anders gaan inrichten. Er zijn een aantal andere, minstens zo belangrijke criteria. Zo is flexibel werken erg populair geworden onder werknemers. Sinds telewerken ingeburgerd raakte door de coronacrisis, willen de meesten van hen niet meer terug naar hun oude werksituatie. Uit een studie van opnieuw Cushman & Wakefield, uitgevoerd in 2020, bleek dat 73% van de medewerkers de flexibele manier van werken graag willen behouden.3

Die flexibiliteit bestaat uit de keuze om van thuis te kunnen werken, in een co-workingruimte of in het kantoorgebouw. En die keuze maakt dat we de werkruimte gaan herdefiniëren. Waarom zouden werknemers nog dagelijks moeten pendelen? Wat voor werkruimte bevordert hun concentratie of interactie met collega’s, om bijvoorbeeld vragen te stellen over een project? Welke locatie en welke inrichting stimuleren betrokkenheid, productiviteit en welzijn en levenskwaliteit op het werk? Kortom: wat is vandaag het doel van het kantoor en wat is de toegevoegde waarde ervan?

Flexwerk: het kantoor als plek voor vergaderingen en interactie

Telewerk en de vele (online) samenwerkingstools hebben de grenzen van de werkomgeving verlegd. Uit verschillende studies blijkt dat thuiswerk de productiviteit en de betrokkenheid van medewerkers heeft doen stijgen. Daardoor komt ook het hele idee van een eigen fysieke werkplek per medewerker op losse schroeven te staan. Welkom in het flex office! Een kantoorruimte die dient als ontmoetingsplek, vergaderruimte en omgeving om samen te werken.

Het nieuwe werken: thuis en op kantoor

Kantoren zullen in de toekomst meer en meer hubs zijn voor samenwerking, waar medewerkers hun collega’s ontmoeten, werkvergaderingen bijwonen of de belangrijke presentaties komen volgen. Het kantoorgebouw wordt zo een uithangbord voor de bedrijfsidentiteit of corporate identity. Dat zegt ook Ludovic Delaisse, Managing Director van Cushman & Wakefield Frankrijk: “De kantoorruimtes zijn de longen van het bedrijf, het kloppende hart van de sociale interactie onder de medewerkers.”

Het kantoor als symbool voor je bedrijf

Het kantoorgebouw wordt dus meer dan ooit het symbool voor de bedrijfscultuur, een plaats waar sociale cohesie heerst en waar je het gevoel krijgt ‘erbij te horen’. Bovendien wordt de bedrijfsruimte ook een etalage voor bezoekers. Daarom is het belangrijk om kantoorruimtes modulair in te richten, polyvalente ruimtes te voorzien en een sfeer van ongedwongenheid en gastvrijheid te creëren. Het open landschapsbureau is achterhaald in een tijd van flex offices en telewerk. De focus van kantoorinrichting verschuift naar een onthaal, enkele vergaderruimtes, een aangename lunchruimte, stilteplekken en ruimtes waar medewerkers kunnen ontspannen tussen twee productieve werkvergaderingen door.

Het kantoor als extra troef in de ‘war for talent’

Kantoorruimtes moeten nu meer dan ooit hun meerwaarde bewijzen ten opzichte van andere werkomgevingen, zoals co-workplekken of het thuiskantoor. Om talent te blijven aantrekken, moeten werkgevers op zoek naar de juiste balans tussen flexibiliteit en cohesie tussen de collega’s. Je kantoorgebouw is dan ook een extra troef om je employer brand uit te bouwen: een bedrijf dat telewerk mogelijk maakt, maar ook een kantoorruimte biedt waar (nieuwe) werknemers wíllen werken, zal het altijd halen van een stoffig bedrijf dat niet met zijn tijd meeging. Je kantoorruimte weerspiegelt je succes als bedrijf. Het is niet langer belangrijk om ál je medewerkers op hetzelfde moment een werkplek te kunnen geven. Wel moet je een fijne, comfortabele plek voorzien waar ze zelf ook trots op zijn en waar ze met een goed gevoel hun werk kunnen doen.

Manutan helpt je graag

Ontdek al onze producten voor flex offices op onze webshop, en doe inspiratie op dankzij de andere blogartikels over slim en efficiënt werken. Vind je niet wat je zoekt of heb je extra informatie nodig? Dan staat de helpdesk van Manutan voor je klaar.

 

1 Bron: www.jll.fr/fr/etudes-recherche/recherche/espaces-flexibles-effet-de-mode-ou-lame-de-fond
2 Bron: www.savills.fr/etudes-and-opinions/savills-news/278911/le-flex-office-gagne-du-terrain-partout-en-europe—workthere
3 Bron: www.cushmanwakefield.com/en/insights/covid-19/the-future-of-workplace